Als ik dan toch moet kiezen geef ik wat betreft swatelende en ratelende wielercommentatoren toch nog altijd de voorkeur aan de Luc Van Langenhove’s en de Carl Berteele’s, aan de Michel Wuyts’en de Karl Vanneuwkerke-n van deze wereld. Wat is er dan mis met Mart Smeets, vroeg iemand (Johan B.) mij laatst. Tja, wat er mis is met Mart Smeets. Ik hoop veel minder dan ik vrees. Hoewel ironie en de tongue in cheek-stijl wel degelijk meer dan veel andere dingen aan mij zijn besteed gaat dat weterige, naar elk-wiel-dat-beweegt-happende toontje van Mart mij steeds meer zorgen baren. Smeets is, vrees ik aan zijn jaren teveel bezig. Grappig – en het zal hem nu wel blijven achtervolgen zeker – was zijn Thierry Marichal-blooper van laatst. Niettemin vallen er op meer doordachte ogenblikken toch wel dingen uit de mond van Smeets te noteren die net dat ietsje langer duren en die daardoor gedoemd zijn om later ongetwijfeld in één van zijn boekjes terecht te komen. Zo mag ik vandaag op Vrt-Teletekst letterlijk het volgende noteren :
Internationaal is de Amstel een beetje overschat en in Nederland onderschat. Het is in Zuid-Limburg en je draait er 5.224.399.512 keer rond dezelfde kerk heen. Maar dat heeft zijn charmes: sommige renners worden knettergek van al dat remmen en optrekken de hele tijd." (Vrt-Teletekst pag. 429)
En een bladzijde verder luidt het in “Ieder heeft zijn eigen ziekte”:
“Het wielrennen wordt in Nederland helemaal anders beleefd dan in Vlaanderen, meent Mart Smeets. In België is iedereen die op een fiets zit belangrijk en wordt er een camera opgezet. Wij kennen dat niet. In 1830 zijn we uit elkaar gegaan. Jullie zijn gaan fietsen, wij gaan schaatsen. Zo heeft ieder zijn eigen ziekte. Waar jullie de grond kussen waar Tom Boonen heeft gelopen, is dat niet bij Nederlanders. Of zondag nu Rebellin of Verbrugghe of Kroon wint, dat interesseert de Nederlander niet. Dat komt omdat we in Nederland geen winnaars meer hebben." (Vrt-Teletekst pag. 430 )
Zo’n mooie poëtische Smeets-analyse kunnen we hier heel regelmatig niet over onze kant laten gaan, vraag is alleen wat doe je ermee als je in het holst van de finale van een wielerklassieker niet in Smeets geïnteresseerd bent maar in… die ordinaire coureurs zelf.
Morgen op alle zenders: de Amstel-Gold-Race. En mijn favoriet… Dat zou wel ‘ns een andere dan die op Ariealt.net kunnen zijn… Ene Thomas Dekker (nummer 174!) bijvoorbeeld als ie costaud en Smeets genoeg is om zich op de hellingen niet meteen vooraan weg te laten babbelen… Al verwacht ik, jaja, ook wel iets van het nummer 124 en vrees ik evenwel dat er straks doodgewoon geen maat staat op het unieke nummer 47!
Ik ben natuurlijk nog jong en wist het dus niet maar m'n papa wist me te vertellen dat Bitossi een wielrenner was. Eén die af en toe moest afstappen wegens hartproblemen? Vandaar 'het hart van bitossi'. Goed gevonden en blijkbaar zal ik me eens moeten verdiepen in de renners van vroeger!
BeantwoordenVerwijderen