Het is een uitspraak die van geen kleintje vervaard is. Een nagel met een kop. Een vork op de tafel... Felgeplaagd. Da's wel het juiste woord om te omschrijven hoe de wielersupporter in ons zich de voorbije maanden (en jaren) is gaan voelen. Nu de wespennesten rond bondscoach José De Cauwer (in de politiek had dit allang de brave man de kop gekost) en Johan Museeuw zich als een net vol uitgeprinte sms-berichten en gesprekken in codetaal als was het levende html zijn gaan sluiten, komt sportarts Johan De Saedeleer met een quote die kan tellen. In het Nieuwsblad van vanmorgen staat letterlijk zijn gevleugelde vaststelling "Zonder epo rijdt het peloton vijf km per uur trager". Op een wat nuchtere maag is het ook voor een wielervos even slikken als ie het zo zwart op wit op papier ziet staan. Verandert dat iets aan mijn eigen rare voorliefde voor een sport die, geef het maar met mij toe, veel meer geplaagd is dan een andere want heb jij bijvoorbeeld bijgodenkleinpierke al 'ns een huiszoeking gezien in het tennis? Neen, raar maar waar, dat denk ik niet. Ik ben en blijf een scheelziende en trouwe minnaar die best enkele misstappen van zijn geliefde door de vingers kan zien. (Die man in de kleerkast? Waar dan, welke man? Ik zie geen man...). L'amour est un esclavage, quoi? Nee, helpen kan ik het niet. En verhelpen al evenmin. Voorbestemd, iets dat nu eenmaal in de genen zit, dat moet het zijn. Het begint met een schuchter proefritje in januari. Na de winterslaap die van ons mollige mensen maakt, mag en kan het weer, dat fietsen. En gestaag wordt het erger. Begin februari begint het met het eerste lengen van de dagen al helemaal te kriebelen. Want zeg nu zelf dat cyclo-crossen, da's wel een mooi spektakel maar met die inspanning van maar een uur toch nooit helemaal het ware ding. Daarvoor heb je de Tour nodig en klassiekers die in de kuiten bijten en het hoofd doen hangen terwijl er met opengesperde monden wordt geschruweld langs alle kanten. Kleur op de weg, schuim op de lippen... In de aanloop naar de Omloop Het Volk beginnen bij mij de dagen zich vanzelf weer af te tellen. Ik kan mij niet herinneren dat het ooit anders was. En ik draag met waardigheid intussen een paar decennia teveel met me mee om te hopen dat het ooit nog 'ns anders wordt. Kan iemand mij zeggen wat er mis is met mij en met dat grillig ding dat diep in mij verborgen zit, dat opspringend ene en enige Hart van Bitossi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten